Mattheüs 21:1

En als zij nu Jeruzalem genaakten, en gekomen waren te Beth-fage, aan de Olijfberg, toen zond Jezus twee discipelen, zeggende tot hen:

Mattheüs 24:3

En als Hij op den Olijfberg gezeten was, gingen de discipelen tot Hem alleen, zeggende: Zeg ons, wanneer zullen deze dingen zijn, en welk zal het teken zijn van Uw toekomst, en van de voleinding der wereld?

Mattheüs 26:30

En als zij den lofzang gezongen hadden, gingen zij uit naar den Olijfberg.

Johannes 8:1

Maar Jezus ging naar den Olijfberg.

Handelingen 1:12

Toen keerden zij wederom naar Jeruzalem, van den berg, die genaamd wordt de Olijf berg, welke is nabij Jeruzalem, liggende van daar een sabbatsreize.

Lukas 21:37

Des daags nu was Hij lerende in de tempel; maar des nachts ging Hij uit, en vernachtte op den berg, genaamd den Olijf berg.

Zacharia 14:4

En Zijn voeten zullen te dien dage staan op den Olijfberg, die voor Jeruzalem ligt, tegen het oosten; en de Olijfberg zal in tweeen gespleten worden naar het oosten, en naar het westen, zodat er een zeer grote vallei zal zijn; en de ene helft des bergs zal wijken naar het noorden, en de helft deszelven naar het zuiden.

Markus 11:1-10

En toen zij Jeruzalem genaakten, te Beth-fage en Bethanie, aan den Olijfberg, zond Hij twee van Zijn discipelen uit,

Markus 14:26

En als zij den lofzang gezongen hadden, gingen zij uit naar den Olijfberg.

Lukas 19:28-38

En dit gezegd hebbende, reisde Hij voor hen heen, en ging op naar Jeruzalem.

Lukas 22:39

En uitgaande, vertrok Hij, gelijk Hij gewoon was, naar den Olijfberg; en Hem volgden ook Zijn discipelen.

Treasury of Scripture Knowledge did not add