13 Voorwaar zeg Ik u: Alwaar dit Evangelie gepredikt zal worden in de gehele wereld, daar zal ook tot haar gedachtenis gesproken worden van hetgeen zij gedaan heeft.
13 Truly I say to you, wherever this gospel is preached in the whole world, what this woman has done will also be spoken of in memory of her.”
18 En Hij zeide: Gaat heen in de stad, tot zulk een, en zegt hem: De Meester zegt: Mijn tijd is nabij, Ik zal bij u het pascha houden met Mijn discipelen.
18 And He said, “Go into the city to a certain man, and say to him, ‘The Teacher says, “My time is near; I am to keep the Passover at your house with My disciples.”’”
24 De Zoon des mensen gaat wel heen, gelijk van Hem geschreven is; maar wee dien mens, door welken de Zoon des mensen verraden wordt; het ware hem goed, zo die mens niet geboren was geweest.
24 The Son of Man is to go, just as it is written of Him; but woe to that man by whom the Son of Man is betrayed! It would have been good for that man if he had not been born.”
26 En als zij aten, nam Jezus het brood, en gezegend hebbende, brak Hij het, en gaf het den discipelen, en zeide: Neemt, eet, dat is Mijn lichaam.
26 While they were eating, Jesus took some bread, and after a blessing, He broke it and gave it to the disciples, and said, “Take, eat; this is My body.”
29 En Ik zeg u, dat Ik van nu aan niet zal drinken van de vrucht des wijnstoks, tot op dien dag, wanneer Ik met u dezelve nieuw zal drinken in het Koninkrijk Mijns Vaders.
29 But I say to you, I will not drink of this fruit of the vine from now on until that day when I drink it new with you in My Father’s kingdom.”
31 Toen zeide Jezus tot hen: Gij zult allen aan Mij geergerd worden in deze nacht; want er is geschreven: Ik zal den Herder slaan, en de schapen der kudde zullen verstrooid worden.
31 Then Jesus *said to them, “You will all fall away because of Me this night, for it is written, ‘I will strike down the shepherd, and the sheep of the flock shall be scattered.’
39 En een weinig voortgegaan zijnde, viel Hij op Zijn aangezicht, biddende en zeggende: Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat dezen drinkbeker van Mij voorbijgaan? doch niet, gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt.
39 And He went a little beyond them, and fell on His face and prayed, saying, “My Father, if it is possible, let this cup pass from Me; yet not as I will, but as You will.”
42 Wederom ten tweeden male heengaande, bad Hij, zeggende: Mijn Vader! Indien deze drinkbeker van Mij niet voorbij kan gaan, tenzij dat Ik hem drinke, Uw wil geschiede!
42 He went away again a second time and prayed, saying, “My Father, if this cannot pass away unless I drink it, Your will be done.”
45 Toen kwam Hij tot Zijn discipelen, en zeide tot hen: Slaapt nu voort, en rust; ziet, de ure is nabij gekomen, en de Zoon des mensen wordt overgeleverd in de handen der zondaren.
45 Then He *came to the disciples and *said to them, “Are you still sleeping and resting? Behold, the hour is at hand and the Son of Man is being betrayed into the hands of sinners.
47 En als Hij nog sprak, ziet, Judas, een van de twaalven, kwam, en met hem een grote schare, met zwaarden en stokken, gezonden van de overpriesters en ouderlingen des volks.
47 While He was still speaking, behold, Judas, one of the twelve, came up accompanied by a large crowd with swords and clubs, who came from the chief priests and elders of the people.
55 Ter zelfder ure sprak Jezus tot de scharen: Gij zijt uitgegaan als tegen een moordenaar, met zwaarden en stokken, om Mij te vangen; dagelijks zat Ik bij u, lerende in den tempel, en gij hebt Mij niet gegrepen;
55 At that time Jesus said to the crowds, “Have you come out with swords and clubs to arrest Me as you would against a robber? Every day I used to sit in the temple teaching and you did not seize Me.
63 Doch Jezus zweeg stil. En de hogepriester, antwoordende, zeide tot Hem: Ik bezweer U bij den levenden God, dat Gij ons zegt, of Gij zijt de Christus, de Zoon van God?
63 But Jesus kept silent. And the high priest said to Him, “I adjure You by the living God, that You tell us whether You are the Christ, the Son of God.”
64 Jezus zeide tot hem: Gij hebt het gezegd. Doch Ik zeg ulieden: Van nu aan zult gij zien den Zoon des mensen, zittende ter rechter hand der kracht Gods, en komende op de wolken des hemels.
64 Jesus *said to him, “You have said it yourself; nevertheless I tell you, hereafter you will see the Son of Man sitting at the right hand of Power, and coming on the clouds of heaven.”
65 Toen verscheurde de hogepriester zijn klederen, zeggende: Hij heeft God gelasterd, wat hebben wij nog getuigen van node? Ziet, nu hebt gij Zijn gods lastering gehoord.
65 Then the high priest tore his robes and said, “He has blasphemed! What further need do we have of witnesses? Behold, you have now heard the blasphemy;
75 En terstond kraaide de haan; en Petrus werd indachtig het woord van Jezus, Die tot hem gezegd had: Eer de haan gekraaid zal hebben, zult gij Mij driemaal verloochenen. En naar buiten gaande, weende hij bitterlijk.
75 And Peter remembered the word which Jesus had said, “Before a rooster crows, you will deny Me three times.” And he went out and wept bitterly.
Public domain
New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org