1 Een onderwijzing van David, voor den opperzangmeester, op de Neginoth; (1a) Als de Zifieten gekomen waren, en tot Saul gezegd hadden: Verbergt zich David niet bij ons? (1b) O God! verlos mij door Uw Naam, en doe mij recht door Uw macht.

1 For the choir director; on stringed instruments. A Maskil of David, when the Ziphites came and said to Saul, “Is not David hiding himself among us?”Save me, O God, by Your name,And vindicate me by Your power.

2 O God! hoor mijn gebed; neig de oren tot de redenen mijns monds.

2 Hear my prayer, O God;Give ear to the words of my mouth.

3 Want vreemden staan tegen mij op, en tirannen zoeken mijn ziel; zij stellen God niet voor hun ogen. Sela.

3 For strangers have risen against meAnd violent men have sought my life;They have not set God before them. Selah.

4 Ziet, God is mij een Helper; de Heere is onder degenen, die mijn ziel ondersteunen.

4 Behold, God is my helper;The Lord is the sustainer of my soul.

5 Hij zal dit kwaad mijn verspieders vergelden; roei hen uit door Uw waarheid.

5 He will recompense the evil to my foes;Destroy them in Your faithfulness.

6 [ (Psalms 54:8) Ik zal U met vrijwilligheid offeren; ik zal Uw Naam, o HEERE! loven, want Hij is goed. ]

6 Willingly I will sacrifice to You;I will give thanks to Your name, O Lord, for it is good.

7 [ (Psalms 54:9) Want Hij heeft mij gered uit alle benauwdheid; en mijn oog heeft gezien op mijn vijanden. ]

7 For He has delivered me from all trouble,And my eye has looked with satisfaction upon my enemies.

Public domain

New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org