1 Een psalm van David, voor den opperzangmeester, over Jeduthun. (1a) Immers is mijn ziel stil tot God; van Hem is mijn heil.

1 For the choir director; according to Jeduthun. A Psalm of David.My soul waits in silence for God only;From Him is my salvation.

2 Immers is Hij mijn Rotssteen en mijn Heil, mijn Hoog Vertrek, ik zal niet grotelijks wankelen.

2 He only is my rock and my salvation,My stronghold; I shall not be greatly shaken.

3 Hoe lang zult gijlieden kwaad aanstichten tegen een man? Gij allen zult gedood worden; gij zult zijn als een ingebogen wand, een aangestoten muur.

3 How long will you assail a man,That you may murder him, all of you,Like a leaning wall, like a tottering fence?

4 Zij raadslagen slechts, om hem van zijn hoogheid te verstoten; zij hebben behagen in leugen; met hun mond zegenen zij; maar met hun binnenste vloeken zij. Sela.

4 They have counseled only to thrust him down from his high position;They delight in falsehood;They bless with their mouth,But inwardly they curse. Selah.

5 Doch gij, o mijn ziel! zwijg Gode; want van Hem is mijn verwachting.

5 My soul, wait in silence for God only,For my hope is from Him.

6 Hij is immers mijn Rotssteen en mijn Heil, mijn Hoog Vertrek; ik zal niet wankelen.

6 He only is my rock and my salvation,My stronghold; I shall not be shaken.

7 In God is mijn Heil en mijn Eer; de Rotssteen mijner sterkte, mijn Toevlucht is in God.

7 On God my salvation and my glory rest;The rock of my strength, my refuge is in God.

8 Vertrouw op Hem te aller tijd, o gij volk! Stort ulieder hart uit voor Zijn aangezicht; God is ons een Toevlucht. Sela.

8 Trust in Him at all times, O people;Pour out your heart before Him;God is a refuge for us. Selah.

9 Immers zijn de gemene lieden ijdelheid, de grote lieden zijn leugen; in de weegschaal opgewogen, zouden zij samen lichter zijn dan de ijdelheid.

9 Men of low degree are only vanity and men of rank are a lie;In the balances they go up;They are together lighter than breath.

10 Vertrouwt niet op onderdrukking, noch op roverij; wordt niet ijdel, als het vermogen overvloedig aanwast, en zet er het hart niet op.

10 Do not trust in oppressionAnd do not vainly hope in robbery;If riches increase, do not set your heart upon them.

11 God heeft een ding gesproken, ik heb dit tweemaal gehoord: dat de sterkte Godes is.

11 Once God has spoken;Twice I have heard this:That power belongs to God;

12 [ (Psalms 62:13) En de goedertierenheid, o Heere! is Uwe; want Gij zult een iegelijk vergelden naar zijn werk. ]

12 And lovingkindness is Yours, O Lord,For You recompense a man according to his work.

Public domain

New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org