Psalmen 81:13

Och, dat Mijn volk naar Mij gehoord had, dat Israel in Mijn wegen gewandeld had!

Deuteronomium 5:29

Och, dat zij zulk een hart hadden, om Mij te vrezen, en al Mijn geboden te allen dage te onderhouden; opdat het hun en hun kinderen welging in eeuwigheid!

Jesaja 48:18

Och, dat gij naar Mijn geboden geluisterd hadt! zo zou uw vrede geweest zijn als een rivier, en uw gerechtigheid als de golven der zee.

Deuteronomium 32:29

O, dat zij wijs waren; zij zouden dit vernemen, zij zouden op hun einde merken.

Deuteronomium 10:12-13

Nu dan, Israel! wat eist de HEERE, uw God van u dan den HEERE, uw God, te vrezen, in al Zijn wegen te wandelen, en Hem lief te hebben, en den HEERE, uw God, te dienen, met uw ganse hart en met uw ganse ziel;

Mattheüs 23:37

Jeruzalem, Jeruzalem! gij, die de profeten doodt, en stenigt, die tot u gezonden zijn! hoe menigmaal heb Ik uw kinderen willen bijeenvergaderen, gelijkerwijs een hen haar kiekens bijeenvergadert onder de vleugels; en gijlieden hebt niet gewild.

Lukas 19:41-42

En als Hij nabij kwam, en de stad zag, weende Hij over haar,

Treasury of Scripture Knowledge did not add