Spreuken 19:29
Gerichten zijn voor de spotters bereid, en slagen voor den rug der zotten.
Spreuken 26:3
Een zweep is voor het paard, een toom voor den ezel, en een roede voor den rug der zotten.
Spreuken 10:13
In de lippen des verstandigen wordt wijsheid gevonden; maar op den rug des verstandelozen de roede.
Spreuken 9:12
Indien gij wijs zijt, gij zijt wijs voor uzelven; en zijt gij een spotter, gij zult het alleen dragen.
Spreuken 3:34
Zekerlijk, de spotters zal Hij bespotten, maar den zachtmoedigen zal Hij genade geven.
Spreuken 7:22
Hij ging haar straks achterna, gelijk een os ter slachting gaat, en gelijk een dwaas tot de tuchtiging der boeien.
Spreuken 17:10
De bestraffing gaat dieper in den verstandige, dan den zot honderd maal te slaan.
Spreuken 18:6
De lippen des zots komen in twist, en zijn mond roept naar slagen.
Jesaja 28:22
Nu dan, drijft den spot niet, opdat uw banden niet vaster gemaakt worden; want ik heb van den Heere HEERE der heirscharen gehoord een verdelging, ja, een, die vast besloten is over het ganse land.
Jesaja 29:20
Wanneer de tiran een einde zal hebben, en dat het met den bespotter uit zal zijn, en dat allen, die tot ongerechtigheid waken, uitgeroeid zullen zijn;
Handelingen 13:40-41
Ziet dan toe, dat over ulieden niet kome, hetgeen gezegd is in de profeten:
Hebreeën 12:6
Want dien de Heere liefheeft, kastijdt Hij, en Hij geselt een iegelijken zoon, die Hij aanneemt.
2 Petrus 3:3-7
Dit eerst wetende, dat in het laatste der dagen spotters komen zullen, die naar hun eigen begeerlijkheden zullen wandelen,
Treasury of Scripture Knowledge did not add