Parallel Verses
Dutch Staten Vertaling
Mijn zoon! zo gij voor uw naaste borg geworden zijt, voor een vreemde uw hand toegeklapt hebt;
New American Standard Bible
My son, if you have become surety for your neighbor, Have given a pledge for a stranger,
Kruisreferenties
Spreuken 11:15
Als iemand voor een vreemde borg geworden is, hij zal zekerlijk verbroken worden; maar wie degenen haat, die in de hand klappen, is zeker.
Spreuken 17:18
Een verstandeloos mens klapt in de hand, zich borg stellende bij zijn naaste.
Spreuken 22:26
Wees niet onder degenen, die in de hand klappen, onder degenen, die voor schulden borg zijn.
Job 17:3
Zet toch bij, stel mij een borg bij U; wie zal hij zijn? Dat in mijn hand geklapt worde.
Spreuken 20:16
Als iemand voor een vreemde borg geworden is, neem zijn kleed; en pand hem voor de onbekenden.
Spreuken 27:13
Als iemand voor een vreemde borg geworden is, neem zijn kleed, en pand hem voor een onbekende vrouw.
Genesis 43:9
Ik zal borg voor hem zijn; van mijn hand zult gij hem eisen; indien ik hem tot u niet breng en hem voor uw aangezicht stel, zo zal ik alle dagen tegen u gezondigd hebben!
Genesis 44:32-33
Want uw knecht is voor dezen jongeling borg bij mijn vader, zeggende: Zo ik hem tot u niet wederbreng, zo zal ik tegen mijn vader alle dagen gezondigd hebben!
Hebreeën 7:22
Van een zoveel beter verbond is Jezus Borg geworden.