10 Bijbelverzen over Engelen Die Met Mensen Omgaan
Meest relevante verzen
Dat Gods zonen de dochteren der mensen aanzagen, dat zij schoon waren, en zij namen zich vrouwen uit allen, die zij verkozen hadden.
In die dagen waren er reuzen op de aarde, en ook daarna, als Gods zonen tot de dochteren der mensen ingegaan waren, en zich kinderen gewonnen hadden; deze zijn de geweldigen, die van ouds geweest zijn, mannen van name.
Vergeet de herbergzaamheid niet; want hierdoor hebben sommigen onwetend engelen geherbergd.
En Ik zeg u: Een iegelijk, die Mij belijden zal voor de mensen, dien zal ook de Zoon des mensen belijden voor de engelen Gods.
Maar wie Mij verloochenen zal voor de mensen, die zal verloochend worden voor de engelen Gods.
En zij zeiden tot haar: Gij raast. Doch zij bleef er sterk bij, dat het alzo was. En zij zeiden: Het is zijn engel.
Want ik acht, dat God ons, die de laatste apostelen zijn, ten toon heeft gesteld als tot den dood verwezen; want wij zijn een schouwspel geworden der wereld, en den engelen, en den mensen.
Doch al ware het ook, dat wij, of een engel uit den hemel u een Evangelie verkondigde, buiten hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt.
De verborgenheid der zeven sterren, die gij gezien hebt in Mijn rechter hand, en de zeven gouden kandelaren. De zeven sterren zijn de engelen der zeven Gemeenten; en de zeven kandelaren, die gij gezien hebt, zijn de zeven Gemeenten.