37 Bijbelverzen over Pijlen

Meest relevante verzen

Jesaja 49:2

En Hij heeft Mijn mond gemaakt als een scherp zwaard, onder de schaduw Zijner hand heeft Hij Mij bedekt; en Hij heeft Mij tot een zuiveren pijl gesteld, in Zijn pijlkoker heeft Hij Mij verborgen.

2 Koningen 13:18

Daarna zeide hij: Neem de pijlen. En hij nam ze. Toen zeide hij tot den koning van Israel: Sla tegen de aarde. En hij sloeg driemaal; daarna stond hij stil.

Psalmen 64:7

Maar God zal hen haastig met een pijl schieten; hun plagen zijn er.

Genesis 27:3

Nu dan, neem toch uw gereedschap, uw pijlkoker en uw boog, en ga uit in het veld, en jaag mij een wildbraad;

Psalmen 11:2

Want ziet, de goddelozen spannen den boog, zij schikken hun pijlen op de pees, om in het donkere te schieten naar de oprechten van harte.

Psalmen 58:7

Laat hen smelten als water, laat hen daarhenen drijven; legt hij zijn pijlen aan, laat hen zijn, alsof zij afgesneden waren.

Spreuken 26:18

Gelijk een, die zich veinst te razen, die vuursprankelen, pijlen en dodelijke dingen werpt;

Job 6:4

Want de pijlen des Almachtigen zijn in mij, welker vurig venijn mijn geest uitdrinkt; de verschrikkingen Gods rusten zich tegen mij.

Psalmen 7:13

En heeft dodelijke wapenen voor hem gereed gemaakt; Hij zal Zijn pijlen tegen de hittige vervolgers te werk stellen.

2 Kronieken 26:15

Hij maakte ook te Jeruzalem kunstige werken, bedenking van kunstige werkmeesters, dat zij op de torens en op de hoeken zijn zouden, om met pijlen en met grote stenen, te schieten; zo ging zijn naam tot verre toe uit, want hij werd wonderlijk geholpen, totdat hij sterk was.

Deuteronomium 32:42

Ik zal Mijn pijlen dronken maken van bloed, en Mijn zwaard zal vlees eten; van het bloed des verslagenen en des gevangenen, van het hoofd af zullen er wraken des vijands zijn.

Psalmen 120:4

Scherpe pijlen eens machtigen, mitsgaders gloeiende jeneverkolen.

Psalmen 144:6

Bliksem bliksem, en verstrooi hen; zend Uw pijlen uit, en verdoe hen.

Psalmen 64:3

Die hun tong scherpen als een zwaard, een bitter woord aanleggen als hun pijl;

Psalmen 18:14

En Hij zond Zijn pijlen uit, en verstrooide ze; en Hij vermenigvuldigde de bliksemen, en verschrikte ze.

2 Koningen 13:15

En Elisa zeide tot hem: Neem een boog en pijlen. En hij nam tot zich een boog en pijlen.

Zacharia 9:14

En de HEERE zal over henlieden verschijnen, en Zijn pijlen zullen uitvaren als een bliksem; en de Heere HEERE zal met de bazuin blazen, en Hij zal voorttreden met stormen uit het zuiden.

Jeremia 51:11

Zuivert de pijlen, rust de schilden volkomenlijk toe; de HEERE heeft den geest der koningen van Medie opgewekt; want Zijn voornemen is tegen Babel, dat Hij haar verderve; want dit is de wraak des HEEREN, de wraak Zijns tempels.

Jesaja 5:28

Welker pijlen scherp zullen zijn, en al hun bogen gespannen; hunner paarden hoeven zullen als een rots geacht zijn, en hun raderen als een wervelwind.

Habakuk 3:11

De zon en de maan stonden stil in haar woning; met het licht gingen Uw pijlen daarhenen, met glans Uw bliksemende spies.

Spreuken 7:23

Totdat hem de pijl zijn lever doorsneed; gelijk een vogel zich haast naar den strik, en niet weet, dat dezelve tegen zijn leven is.

Ezechiël 39:3

Maar Ik zal uw boog uit uw linkerhand slaan, en Ik zal uw pijlen uit uw rechterhand doen vallen.

Jeremia 9:8

Hun tong is een moordpijl, zij spreekt bedrog; een ieder spreekt met zijn naaste van vrede met zijn mond, maar in zijn binnenste legt hij lagen.

1 Kronieken 12:2

Gewapend met bogen, rechts en links met stenen werpende, en met pijlen schietende uit den boog; zij waren van de broederen van Saul, uit Benjamin.

Topics on Pijlen

Bogen En Pijlen, Symbolen Van Kracht

Psalmen 44:6-7

Want ik vertrouw niet op mijn boog, en mijn zwaard zal mij niet verlossen.

Gebruik Van Bogen En Pijlen

Genesis 27:3

Nu dan, neem toch uw gereedschap, uw pijlkoker en uw boog, en ga uit in het veld, en jaag mij een wildbraad;

Gebruik Van Pijlen

Genesis 27:3

Nu dan, neem toch uw gereedschap, uw pijlkoker en uw boog, en ga uit in het veld, en jaag mij een wildbraad;

Gods Pijlen

Psalmen 64:7-10

Maar God zal hen haastig met een pijl schieten; hun plagen zijn er.

Pijlen, Beschreven Als

Spreuken 26:18

Gelijk een, die zich veinst te razen, die vuursprankelen, pijlen en dodelijke dingen werpt;

Never miss a post

Public domain