12 Bijbelverzen over Water Gieten

Meest relevante verzen

Klaagliederen 2:19

Koph. Maak u op, maak geschrei des nachts in het begin der nachtwaken, stort uw hart uit voor het aangezicht des Heeren als water; hef uw handen tot Hem op voor de ziel uwer kinderkens, die in onmacht gevallen zijn van honger, vooraan op alle straten.

Amos 9:6

Die Zijn opperzalen in den hemel bouwt, en Zijn benden heeft Hij op aarde gefondeerd; Die de wateren der zee roept, en giet ze uit op den aardbodem; HEERE is Zijn Naam.

Genesis 24:20

En zij haastte zich, en goot haar kruik uit in de drinkbak, en liep weder naar den put om te putten, en zij putte voor al zijn kemelen.

Exodus 4:9

En het zal geschieden, zo zij ook deze twee tekenen niet geloven, noch naar uw stem horen, zo neem van de wateren der rivier, en giet ze op het droge; zo zullen de wateren, die gij uit de rivier zult nemen, diezelve zullen tot bloed worden op het droge.

2 Samuël 23:16

Toen braken die drie helden door het leger der Filistijnen, en putten water uit Bethlehems bornput, die in de poort is, en droegen het, en kwamen tot David; doch hij wilde dat niet drinken, maar goot het uit voor den HEERE.

1 Kronieken 11:18

Toen braken die drie door het leger der Filistijnen, en putten water uit Bethlehems bornput, die onder de poort is, en zij droegen het en brachten het tot David. Doch David wilde het niet drinken, maar hij goot het uit voor den HEERE;

1 Samuël 7:6

En zij werden vergaderd te Mizpa, en zij schepten water, en goten het uit voor het aangezicht des HEEREN; en zij vastten te dien dage, en zeiden aldaar: Wij hebben tegen den HEERE gezondigd. Alzo richtte Samuel de kinderen Israels te Mizpa.

2 Koningen 3:11

En Josafat zeide: Is hier geen profeet des HEEREN, dat wij door hem den HEERE mochten vragen? Toen antwoordde een van de knechten des konings van Israel, en zeide: Hier is Elisa, de zoon van Safat, die water op Elia's handen goot.

Psalmen 77:17

De dikke wolken goten water uit; de bovenste wolken gaven geluid; ook gingen Uw pijlen daarhenen.

Openbaring 12:15

En de slang wierp uit haar mond achter de vrouw water als een rivier, opdat hij haar door de rivier zou doen wegvoeren.

Johannes 13:5

Daarna goot Hij water in het bekken, en begon de voeten der discipelen te wassen, en af te drogen met den linnen doek, waarmede Hij omgord was.

Never miss a post

Public domain