50 Bijbelverzen over Zegeningen Van God

Meest relevante verzen

Psalmen 115:15

Gijlieden zijt den HEERE gezegend, Die den hemel en de aarde gemaakt heeft.

Psalmen 115:12

De HEERE is onzer gedachtig geweest, Hij zal zegenen; Hij zal het huis van Israel zegenen, Hij zal het huis van Aaron zegenen.

Deuteronomium 2:7

Want de HEERE, uw God, heeft u gezegend in al het werk uwer hand; Hij kent uw wandelen door deze zo grote woestijn; deze veertig jaren is de HEERE, uw God, met u geweest; geen ding heeft u ontbroken.

Deuteronomium 28:3

Gezegend zult gij zijn in de stad, en gezegend zult gij zijn in het veld.

Psalmen 24:5

Die zal den zegen ontvangen van den HEERE, en gerechtigheid van den God zijns heils.

Psalmen 21:6

Want Gij zet hem tot zegeningen in eeuwigheid; Gij vervrolijkt hem door vreugde met Uw aangezicht.

Job 42:12

En de HEERE zegende Jobs laatste meer dan zijn eerste; want hij had veertien duizend schapen, en zes duizend kemelen, en duizend juk runderen, en duizend ezelinnen.

Psalmen 118:26

Gezegend zij hij, die daar komt in den Naam des HEEREN! Wij zegenen ulieden uit het huis des HEEREN.

Psalmen 68:35

[ (Psalms 68:36) O God! Gij zijt vreselijk uit Uw heiligdommen; de God Israels, Die geeft den volke sterkte en krachten. Geloofd zij God! ]

Deuteronomium 28:2

En al deze zegeningen zullen over u komen, en u aantreffen, wanneer gij der stem des HEEREN uws Gods, zult gehoorzaam zijn.

2 Samuël 7:29

Zo believe het U nu, en zegen het huis van Uw knecht, dat het in eeuwigheid voor uw aangezicht zij; want Gij, Heere HEERE, hebt het gesproken, en met Uw zegen zal het huis van Uw knecht gezegend worden in eeuwigheid.

Deuteronomium 28:6

Gezegend zult gij zijn in uw ingaan, gezegend zult gij zijn in uw uitgaan.

Deuteronomium 11:27

Den zegen, wanneer gij horen zult naar de geboden des HEEREN, uws Gods, die ik u heden gebiede;

Psalmen 113:2

De Naam des HEEREN zij geprezen, van nu aan tot in der eeuwigheid.

Psalmen 124:6

De HEERE zij geloofd, Die ons in hun tanden niet heeft overgegeven tot een roof.

Ezechiël 34:26

Want Ik zal dezelve, en de plaatsen rondom Mijn heuvel, stellen tot een zegen; en Ik zal den plasregen doen nederdalen op zijn tijd, plasregens van zegen zullen er zijn.

Genesis 49:25

Van uws vaders God, Die u zal helpen, en van den Almachtige, Die u zal zegenen, met zegeningen des hemels van boven, met zegeningen des afgronds, die daaronder ligt, met zegeningen der borsten en der baarmoeder!

Genesis 24:31

En hij zeide: Kom in, gij, gezegende des HEEREN! waarom zoudt gij buiten staan? want ik heb het huis bereid, en de plaats voor de kemelen.

Psalmen 84:4

Welgelukzalig zijn zij, die in Uw huis wonen; zij prijzen U gestadiglijk. Sela.

Jesaja 19:25

Want de HEERE der heirscharen zal hen zegenen, zeggende: Gezegend zij Mijn volk, de Egyptenaars, en de Assyriers, het werk Mijner handen, en Israel, Mijn erfdeel!

1 Koningen 2:45

Maar de koning Salomo is gezegend; en de troon van David zal bevestigd zijn voor het aangezicht des HEEREN tot in eeuwigheid.

Romeinen 15:29

En ik weet, dat ik, tot u komende, met vollen zegen des Evangelies van Christus komen zal.

Daniël 2:20

Daniel antwoordde en zeide: De Naam Gods zij geloofd van eeuwigheid tot in eeuwigheid, want Zijn is de wijsheid en de kracht.

Galaten 3:9

Zo dan, die uit het geloof zijn, worden gezegend met den gelovigen Abraham.

Deuteronomium 1:11

De HEERE, uwer vaderen God, doe tot u, zo als gij nu zijt, duizendmaal meer, en Hij zegene u, gelijk als Hij tot u gesproken heeft!

Never miss a post

Public domain