55 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Gewon' in de Bijbel

Cusch nu gewon Nimrod; die begon geweldig te zijn op aarde.

En Mitsraim gewon de Ludieten, en de Anamieten, en de Lehabieten, en de Naftuchieten,

Kanaan nu gewon Sidon, zijn eerstgeborene, en Heth,

Arfachsad nu gewon Selah, en Selah gewon Heber.

En Joktan gewon Almodad, en Selef, en Hazarmaveth, en Jerah,

Abraham nu gewon Izak. De zonen van Izak waren Ezau en Israel.

Ram nu gewon Amminadab, en Amminadab gewon Nahesson, den vorst der kinderen van Juda;

En Nahesson gewon Salma, en Salma gewon Boaz.

En Boaz gewon Obed, en Obed gewon Isai,

En Isai gewon Eliab, zijn eerstgeborene, en Abinadab, den tweede, en Simea, den derde,

Kaleb nu, de zoon van Hezron, gewon kinderen uit Azuba, zijn vrouw, en uit Jerioth. En de zonen van deze zijn: Jeser, en Sobab, en Ardon.

En Hur gewon Uri, en Uri gewon Bezaleel.

Segub nu gewon Jair; en hij had drie en twintig steden in het land van Gilead.

Attai nu gewon Nathan, en Nathan gewon Zabad,

En Zabad gewon Eflal, en Eflal gewon Obed,

En Obed gewon Jehu, en Jehu gewon Azaria,

En Azaria gewon Helez, en Helez gewon Elasa,

En Elasa gewon Sismai, en Sismai gewon Sallum,

En Sallum gewon Jekamja, en Jekamja gewon Elisama.

Sema nu gewon Raham, den vader van Jorkeam, en Rekem gewon Sammai.

En Efa, het bijwijf van Kaleb, baarde Haran, en Moza, en Gazez; en Haran gewon Gazez.

Uit het bijwijf Maacha gewon Kaleb: Seber en Tirhana.

En Reaja, de zoon van Sobal, gewon Jahath, en Jahath gewon Ahumai en Lahad; dit zijn de huisgezinnen der Zorathieten;

En Koz gewon Anub en Hazobeba, en de huisgezinnen van Aharlel, den zoon van Harum.

En Chelub, de broeder van Suha, gewon Mechir; hij is de vader van Eston.

Eston nu gewon Beth-rafa, en Pasea, en Tehinna, den vader van Ir-nahas; dit zijn de mannen van Recha.

En Meonothai gewon Ofra; en Seraja gewon Joab, den vader des dals der werkmeesters; want zij waren werkmeesters.

En Eleazar gewon Pinehas, Pinehas gewon Abisua;

En Abisua gewon Bukki, en Bukki gewon Uzzi;

En Uzzi gewon Zerahja, en Zerahja gewon Merajoth;

En Merajoth gewon Amarja, en Amarja gewon Ahitub;

En Ahitub gewon Zadok, en Zadok gewon Ahimaaz;

En Ahimaaz gewon Azarja, en Azarja gewon Johanan;

En Johanan gewon Azarja. Hij is het, die het priesterambt bediende in het huis, dat Salomo te Jeruzalem gebouwd had.

En Azarja gewon Amarja, en Amarja gewon Ahitub;

En Ahitub gewon Zadok, en Zadok gewon Sallum;

En Sallum gewon Hilkia, en Hilkia gewon Azarja;

En Azarja gewon Seraja, en Seraja gewon Jozadak;

En Heber gewon Jaflet, en Somer, en Hotham, en Sua, hunlieder zuster.

Benjamin nu gewon Bela, zijn eerstgeborene, Asbel, den tweede, en Ahrah, den derde,

En Naaman, en Ahia, en Gera; dezen voerde hij weg; en hij gewon Uzza en Ahihud.

En Saharaim gewon kinderen in het land van Moab (nadat hij dezelve weggezonden had) uit Husim en Baara, zijn vrouwen;

En uit Hodes, zijn huisvrouw, gewon hij Joab, en Zibja, en Mesa, en Malcham,

En uit Husim gewon hij Abitub en Elpaal.

En Mikloth gewon Simea; en dezen woonden ook tegenover hun broederen te Jeruzalem, met hun broederen.

Ner nu gewon Kis, en Kis gewon Saul, en Saul gewon Jonathan, en Malchi-sua, Abinadab, en Esbaal.

En Jonathans zoon was Merib-baal, en Merib-baal gewon Micha.

En Achaz gewon Jehoadda, en Jehoadda gewon Alemeth, en Azmaveth, en Zimri; Zimri nu gewon Moza;

En Moza gewon Bina; zijn zoon was Rafa; zijn zoon was Elasa; zijn zoon was Azel.

Mikloth nu gewon Simeam; dezen woonden ook te Jeruzalem, tegenover hun broederen, met hun broederen.

En Ner gewon Kis, en Kis gewon Saul, en Saul gewon Jonathan, en Malchi-sua, en Abinadab, en Esbaal.

En Jonathans zoon van Merib-baal, en Merib-baal gewon Micha.

En Achaz gewon Jaera, en Jaera gewon Alemeth, en Azmaveth, en Zimri; en Zimri gewon Moza;

En Moza gewon Bina; wiens zoon was Refaja; wiens zoon was Elasa; wiens zoon was Azel.

En David nam meer vrouwen te Jeruzalem, en David gewon meer zonen en dochteren.

Public domain