133 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Gewon' in de Bijbel

En aan Henoch werd Hirad geboren; en Hirad gewon Mechujael; en Mechujael gewon Methusael; en Methusael gewon Lamech.

En Adam leefde honderd en dertig jaren, en gewon een zoon naar zijn gelijkenis, naar zijn evenbeeld, en noemde zijn naam Seth.

En Adams dagen, nadat hij Seth gewonnen had, zijn geweest achthonderd jaren; en hij gewon zonen en dochteren.

En Seth leefde honderd en vijf jaren, en hij gewon Enos.

En Seth leefde, nadat hij Enos gewonnen had, achthonderd en zeven jaren; en hij gewon zonen en dochteren.

En Enos leefde negentig jaren, en hij gewon Kenan.

En Enos leefde, nadat hij Kenan gewonnen had, achthonderd en vijftien jaren; en hij gewon zonen en dochteren.

En Kenan leefde zeventig jaren, en hij gewon Mahalal-el.

En Kenan leefde, nadat hij Mahalal-el gewonnen had, achthonderd en veertig jaren; en hij gewon zonen en dochteren.

En Mahalal-el leefde vijf en zestig jaren, en hij gewon Jered.

En Mahalal-el leefde, nadat hij Jered gewonnen had, achthonderd en dertig jaren; en hij gewon zonen en dochteren.

En Jered leefde honderd twee en zestig jaren, en hij gewon Henoch.

En Jered leefde, nadat hij Henoch gewonnen had, achthonderd jaren; en hij gewon zonen en dochteren.

En Henoch leefde vijf en zestig jaren, en hij gewon Methusalach.

En Henoch wandelde met God, nadat hij Methusalach gewonnen had, driehonderd jaren; en hij gewon zonen en dochteren.

En Methusalach leefde honderd zeven en tachtig jaren, en hij gewon Lamech.

En Methusalach leefde, nadat hij Lamech gewonnen had, zevenhonderd twee en tachtig jaren; en hij gewon zonen en dochteren.

En Lamech leefde honderd twee en tachtig jaren, en hij gewon een zoon.

En Lamech leefde, nadat hij Noach gewonnen had, vijfhonderd vijf en negentig jaren; en hij gewon zonen en dochteren.

En Noach was vijfhonderd jaren oud; en Noach gewon Sem, Cham en Jafeth.

En Noach gewon drie zonen: Sem, Cham en Jafeth.

En Cusch gewon Nimrod; deze begon geweldig te zijn op de aarde.

En Mitsraim gewon de Ludieten, en de Anamieten, en de Lehabieten, en de Naftuchieten,

En Arfachsad gewon Selah, en Selah gewon Heber.

En Joktan gewon Almodad, en selef, en Hatsarmaveth, en Jarach,

Deze zijn de geboorten van Sem: Sem was honderd jaren oud, en gewon Arfachsad, twee jaren na den vloed.

En Sem leefde, nadat hij Arfachsad gewonnen had, vijfhonderd jaren; en hij gewon zonen en dochteren.

En Arfachsad leefde vijf en dertig jaren, en hij gewon Selah.

En Arfachsad leefde, nadat hij Selah gewonnen had, vierhonderd en drie jaren; en hij gewon zonen en dochteren.

En Selah leefde dertig jaren, en hij gewon Heber.

En Selah leefde, nadat hij Heber gewonnen had, vierhonderd en drie jaren, en hij gewon zonen en dochteren.

En Heber leefde vier en dertig jaren, en gewon Peleg.

En Heber leefde, nadat hij Peleg gewonnen had, vierhonderd en dertig jaren; en hij gewon zonen en dochteren.

En Peleg leefde dertig jaren, en hij gewon Rehu.

En Peleg leefde, nadat hij Rehu gewonnen had, tweehonderd en negen jaren; en hij gewon zonen en dochteren.

En Rehu leefde twee en dertig jaren, en hij gewon Serug.

En Rehu leefde, nadat hij Serug gewonnen had, tweehonderd en zeven jaren; en hij gewon zonen en dochteren.

En Serug leefde dertig jaren, en gewon Nahor.

En Serug leefde, nadat hij Nahor gewonnen had, tweehonderd jaren; en hij gewon zonen en dochteren.

En Nahor leefde negen en twintig jaren, en gewon Terah.

En Nahor leefde, nadat hij Terah gewonnen had, honderd en negentien jaren; en hij gewon zonen en dochteren.

En Terah leefde zeventig jaren, en gewon Abram, Nahor en Haran.

En deze zijn de geboorten van Terah: Terah gewon Abram, Nahor en Haran; en Haran gewon Lot.

(En Bethuel gewon Rebekka) deze acht baarde Milka aan Nahor, den broeder van Abraham.

En Joksan gewon Seba en Dedan; en de zonen van Dedan waren de Assurieten, en Letusieten, en Leummieten.

Dit nu zijn de geboorten van Izak, den zoon van Abraham: Abraham gewon Izak.

En daarna kwam zijn broeder uit, wiens hand Ezau's verzenen hield; daarom noemde men zijn naam Jakob. En Izak was zestig jaren oud, als hij hen gewon.

De zonen van Manasse waren: van Machir het geslacht der Machirieten; Machir nu gewon Gilead; van Gilead was het geslacht der Gileadieten.

Dit zijn de geslachten van Levi: het geslacht der Libnieten, het geslacht der Hebronieten, het geslacht der Machlieten, het geslacht der Muzieten, het geslacht der Korachieten. En Kohath gewon Amram.

Dit nu zijn de geboorten van Perez: Perez gewon Hezron;

En Hezron gewon Ram; en Ram gewon Amminadab;

En Amminadab gewon Nahesson; en Nahesson gewon Salma;

En Salmon gewon Boaz, en Boaz gewon Obed;

En Obed gewon Isai; en Isai gewon David.

Cusch nu gewon Nimrod; die begon geweldig te zijn op aarde.

En Mitsraim gewon de Ludieten, en de Anamieten, en de Lehabieten, en de Naftuchieten,

Kanaan nu gewon Sidon, zijn eerstgeborene, en Heth,

Arfachsad nu gewon Selah, en Selah gewon Heber.

En Joktan gewon Almodad, en Selef, en Hazarmaveth, en Jerah,

Abraham nu gewon Izak. De zonen van Izak waren Ezau en Israel.

Ram nu gewon Amminadab, en Amminadab gewon Nahesson, den vorst der kinderen van Juda;

En Nahesson gewon Salma, en Salma gewon Boaz.

En Boaz gewon Obed, en Obed gewon Isai,

En Isai gewon Eliab, zijn eerstgeborene, en Abinadab, den tweede, en Simea, den derde,

Kaleb nu, de zoon van Hezron, gewon kinderen uit Azuba, zijn vrouw, en uit Jerioth. En de zonen van deze zijn: Jeser, en Sobab, en Ardon.

En Hur gewon Uri, en Uri gewon Bezaleel.

Segub nu gewon Jair; en hij had drie en twintig steden in het land van Gilead.

Attai nu gewon Nathan, en Nathan gewon Zabad,

En Zabad gewon Eflal, en Eflal gewon Obed,

En Obed gewon Jehu, en Jehu gewon Azaria,

En Azaria gewon Helez, en Helez gewon Elasa,

En Elasa gewon Sismai, en Sismai gewon Sallum,

En Sallum gewon Jekamja, en Jekamja gewon Elisama.

Sema nu gewon Raham, den vader van Jorkeam, en Rekem gewon Sammai.

En Efa, het bijwijf van Kaleb, baarde Haran, en Moza, en Gazez; en Haran gewon Gazez.

Uit het bijwijf Maacha gewon Kaleb: Seber en Tirhana.

En Reaja, de zoon van Sobal, gewon Jahath, en Jahath gewon Ahumai en Lahad; dit zijn de huisgezinnen der Zorathieten;

En Koz gewon Anub en Hazobeba, en de huisgezinnen van Aharlel, den zoon van Harum.

En Chelub, de broeder van Suha, gewon Mechir; hij is de vader van Eston.

Eston nu gewon Beth-rafa, en Pasea, en Tehinna, den vader van Ir-nahas; dit zijn de mannen van Recha.

En Meonothai gewon Ofra; en Seraja gewon Joab, den vader des dals der werkmeesters; want zij waren werkmeesters.

En Eleazar gewon Pinehas, Pinehas gewon Abisua;

En Abisua gewon Bukki, en Bukki gewon Uzzi;

En Uzzi gewon Zerahja, en Zerahja gewon Merajoth;

En Merajoth gewon Amarja, en Amarja gewon Ahitub;

En Ahitub gewon Zadok, en Zadok gewon Ahimaaz;

En Ahimaaz gewon Azarja, en Azarja gewon Johanan;

En Johanan gewon Azarja. Hij is het, die het priesterambt bediende in het huis, dat Salomo te Jeruzalem gebouwd had.

En Azarja gewon Amarja, en Amarja gewon Ahitub;

En Ahitub gewon Zadok, en Zadok gewon Sallum;

En Sallum gewon Hilkia, en Hilkia gewon Azarja;

En Azarja gewon Seraja, en Seraja gewon Jozadak;

En Heber gewon Jaflet, en Somer, en Hotham, en Sua, hunlieder zuster.

Benjamin nu gewon Bela, zijn eerstgeborene, Asbel, den tweede, en Ahrah, den derde,

En Naaman, en Ahia, en Gera; dezen voerde hij weg; en hij gewon Uzza en Ahihud.

En Saharaim gewon kinderen in het land van Moab (nadat hij dezelve weggezonden had) uit Husim en Baara, zijn vrouwen;

En uit Hodes, zijn huisvrouw, gewon hij Joab, en Zibja, en Mesa, en Malcham,

En uit Husim gewon hij Abitub en Elpaal.

En Mikloth gewon Simea; en dezen woonden ook tegenover hun broederen te Jeruzalem, met hun broederen.

Public domain