'Zeer' in de Bijbel
Als zij nu de ster zagen, verheugden zij zich met zeer grote vreugde.
Als Herodes zag, dat hij van de wijzen bedrogen was, toen werd hij zeer toornig, en enigen afgezonden hebbende, heeft omgebracht al de kinderen, die binnen Bethlehem, en in al deszelfs landpalen waren, van twee jaren oud en daaronder, naar den tijd, dien hij van de wijzen naarstiglijk onderzocht had.
Doch Johannes weigerde Hem zeer, zeggende: Mij is nodig van U gedoopt te worden, en komt Gij tot mij?
Wederom nam Hem de duivel mede op een zeer hogen berg, en toonde Hem al de koninkrijken der wereld, en hun heerlijkheid;
Aanziet de vogelen des hemels, dat zij niet zaaien, noch maaien, noch verzamelen in de schuren; en uw hemelse Vader voedt nochtans dezelve; gaat gij dezelve niet zeer veel te boven?
En als Hij over aan de andere zijde was gekomen in het land der Gergesenen, zijn Hem twee, van den duivel bezeten, ontmoet, komende uit de graven, die zeer wreed waren, alzo dat niemand door dien weg kon voorbij gaan.
En hun ogen zijn geopend geworden. En Jezus heeft hun zeer gestrengelijk verboden, zeggende: Ziet, dat het niemand wete.
En de discipelen, dit horende, vielen op hun aangezicht, en werden zeer bevreesd.
En zij zullen Hem doden, en ten derden dage zal Hij opgewekt worden. En zij werden zeer bedroefd.
Als nu zijn mededienstknechten zagen, hetgeen geschied was, zijn zij zeer bedroefd geworden; en komende, verklaarden zij hunnen heer al wat er geschied was.
Zijn discipelen nu, dit horende, werden zeer verslagen, zeggende: Wie kan dan zalig worden?
En als de andere tien dat hoorden, namen zij het zeer kwalijk van de twee broeders.
Als nu de overpriesters en Schriftgeleerden zagen de wonderheden, die Hij deed, en de kinderen, roepende in den tempel, en zeggende: Hosanna den Zone Davids! namen zij dat zeer kwalijk;
Kwam tot Hem een vrouw, hebbende een albasten fles met zeer kostelijke zalf, en goot ze uit op Zijn hoofd, daar Hij aan tafel zat.
En Zijn discipelen, dat ziende, namen het zeer kwalijk, zeggende: Waartoe dit verlies?
En zij, zeer bedroefd geworden zijnde, begon een iegelijk van hen tot Hem te zeggen: Ben ik het, Heere?
En met Zich nemende Petrus, en de twee zonen van Zebedeus, begon Hij droevig en zeer beangst te worden.
Maar Hij antwoordde hem niet op een enig woord, alzo dat de stadhouder zich zeer verwonderde.
En de hoofdman over honderd, en die met hem Jezus bewaarden, ziende de aardbeving, en de dingen, die geschied waren, werden zeer bevreesd, zeggende: Waarlijk, Deze was Gods Zoon!
En uit vrees van hem zijn de wachters zeer verschrikt geworden, en werden als doden.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (38)
- Exodus (15)
- Leviticus (1)
- Numberi (9)
- Deuteronomium (14)
- Jozua (13)
- Richteren (10)
- 1 Samuël (36)
- 2 Samuël (22)
- 1 Koningen (15)
- 2 Koningen (10)
- 1 Kronieken (11)
- 2 Kronieken (15)
- Ezra (1)
- Nehemia (10)
- Esther (3)
- Job (8)
- Psalmen (46)
- Spreuken (5)
- Prediker (1)
- Jesaja (13)
- Jeremia (20)
- Klaagliederen (1)
- Ezechiël (12)
- Daniël (12)
- Hosea (3)
- Joël (1)
- Obadja (1)
- Nahum (3)
- Zefanja (1)
- Zacharia (5)
- Mattheüs (20)
- Markus (19)
- Lukas (12)
- Johannes (3)
- Handelingen (11)
- Romeinen (1)
- 1 Corinthiërs (2)
- 2 Corinthiër (7)
- Galaten (1)
- Filippenzen (3)
- 1 Thessalonicenzen (5)
- 2 Thessalonicenzen (1)
- 1 Timotheüs (2)
- 2 Timotheüs (5)
- Filémon (1)
- Hebreeën (1)
- Jakobus (2)
- 1 Petrus (1)
- 2 Petrus (2)
- 2 Johannes (1)
- 3 Johannes (1)
- Judas (1)
- Openbaring (3)