1 Corinthiërs 11:1
Weest mijn navolgers, gelijkerwijs ook ik van Christus.
1 Corinthiërs 4:16
Zo vermaan ik u dan: zijt mijn navolgers.
Filippenzen 3:17
Weest mede mijn navolgers, broeders, en merkt op degenen, die alzo wandelen, gelijk gij ons tot een voorbeeld hebt.
Efeziërs 5:1-2
Zijt dan navolgers Gods, als geliefde kinderen;
Filippenzen 2:4-5
Een iegelijk zie niet op het zijne, maar een iegelijk zie ook op hetgeen der anderen is.
1 Thessalonicenzen 1:6
En gij zijt onze navolgers geworden, en des Heeren, het Woord aangenomen hebbende in vele verdrukking, met blijdschap des Heiligen Geestes;
2 Thessalonicenzen 3:9
Niet, dat wij de macht niet hebben, maar opdat wij onszelven u geven zouden tot een voorbeeld, om ons na te volgen.
Hebreeën 6:12
Opdat gij niet traag wordt, maar navolgers zijt dergenen, die door geloof en lankmoedigheid de beloftenissen beerven.
Romeinen 15:2-3
Dat dan een iegelijk van ons zijn naaste behage ten goede, tot stichting.
1 Corinthiërs 10:33
Gelijkerwijs ik ook in alles allen behaag, niet zoekende mijn eigen voordeel, maar het voordeel van velen, opdat zij mochten behouden worden.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd