1 Corinthiërs 12:7
Maar aan een iegelijk wordt de openbaring des Geestes gegeven tot hetgeen oorbaar is.
Mattheüs 25:14-30
Want het is gelijk een mens, die buiten 's lands reizende, zijn dienstknechten riep, en gaf hun zijn goederen over.
Romeinen 12:6-8
Hebbende nu verscheidene gaven, naar de genade, die ons gegeven is,
1 Corinthiërs 14:5
En ik wil wel, dat gij allen in vreemde talen spreekt, maar meer, dat gij profeteert; want die profeteert, is meerder dan die vreemde talen spreekt, tenzij dan, dat hij het uitlegge, opdat de Gemeente stichting moge ontvangen.
1 Corinthiërs 14:12
Alzo ook gij, dewijl gij ijverig zijt naar geestelijke gaven, zo zoekt dat gij moogt overvloedig zijn tot stichting der Gemeente.
1 Corinthiërs 14:17
Want gij dankzegt wel behoorlijk, maar de ander wordt niet gesticht.
1 Corinthiërs 14:19
Maar ik wil liever in de Gemeente vijf woorden spreken met mijn verstand, opdat ik ook anderen moge onderwijzen, dan tien duizend woorden in een vreemde taal.
1 Corinthiërs 14:22-26
Zo dan, de vreemde talen zijn tot een teken niet dengenen, die geloven, maar den ongelovigen; en de profetie niet den ongelovigen, maar dengenen, die geloven.
Efeziërs 4:7-12
Maar aan elkeen van ons is de genade gegeven, naar de maat der gave van Christus.
1 Petrus 4:10-11
Een iegelijk, gelijk hij gave ontvangen heeft, alzo bediene hij dezelve aan de anderen, als goede uitdelers der menigerlei genade Gods.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd