1 Corinthiërs 16:4
En indien het der moeite waardig mocht zijn, dat ik ook zelf reizen zou, zo zullen zij met mij reizen.
Romeinen 15:25
Maar nu reis ik naar Jeruzalem, dienende de heiligen.
2 Corinthiër 8:4
Ons met vele vermaning biddende, dat wij wilden aannemen de gave en de gemeenschap dezer bediening, die voor de heiligen geschiedt.
2 Corinthiër 8:19
En dat niet alleen, maar hij is ook van de Gemeenten verkoren, om met ons te reizen met deze gave, die van ons bediend wordt tot de heerlijkheid des Heeren Zelven, en de volvaardigheid uws gemoeds;
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd