1 Corinthiërs 9:20
En ik ben den Joden geworden als een Jood, opdat ik de Joden winnen zou; dengenen, die onder de wet zijn, ben ik geworden als onder de wet zijnde, opdat ik degenen, die onder de wet zijn, winnen zou.
Handelingen 16:3
Deze wilde Paulus, dat met hem zou reizen; en hij nam en besneed hem, om der Joden wil, die in die plaatsen waren; want zij kenden allen zijn vader, dat hij een Griek was.
Handelingen 21:20-26
En zij, dat gehoord hebbende, loofden den Heere, en zeiden tot hem: Gij ziet, broeder, hoevele duizenden van Joden er zijn, die geloven; en zij zijn allen ijveraars van de wet.
Handelingen 17:2-3
En Paulus, gelijk hij gewoon was, ging tot hen in, en drie sabbatten lang handelde hij met hen uit de Schriften,
Handelingen 18:18
En als Paulus er nog vele dagen gebleven was, nam hij afscheid van de broederen, en scheepte van daar naar Syrie; en Priscilla en Aquila met hem, zijn hoofd te Kenchreen geschoren hebbende; want hij had een gelofte gedaan.
Romeinen 3:19
Wij weten nu, dat al wat de wet zegt, zij dat spreekt tot degenen, die onder de wet zijn; opdat alle mond gestopt worde en de gehele wereld voor God verdoemelijk zij.
Romeinen 6:14-15
Want de zonde zal over u niet heersen; want gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade.
Romeinen 11:14
Of ik enigszins mijn vlees tot jaloersheid verwekken, en enigen uit hen behouden mocht.
Galaten 4:5
Opdat Hij degenen, die onder de wet waren, verlossen zou, en opdat wij de aanneming tot kinderen verkrijgen zouden.
Galaten 4:21
Zegt mij, gij, die onder de wet wilt zijn, hoort gij de wet niet?
Galaten 5:18
Maar indien gij door den Geest geleid wordt, zo zijt gij niet onder de wet.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd