1 Mijn kinderkens, ik schrijf u deze dingen, opdat gij niet zondigt. En indien iemand gezondigd heeft, wij hebben een Voorspraak bij den Vader, Jezus Christus, den Rechtvaardige;
1 My little children, I am writing these things to you so that you may not sin. And if anyone sins, we have an Advocate with the Father, Jesus Christ the righteous;
7 Broeders! Ik schrijf u geen nieuw gebod, maar een oud gebod, dat gij van den beginne gehad hebt; dit oud gebod is het woord, dat gij van den beginne gehoord hebt.
7 Beloved, I am not writing a new commandment to you, but an old commandment which you have had from the beginning; the old commandment is the word which you have heard.
8 Wederom schrijf ik u een nieuw gebod: hetgeen waarachtig is in Hem, zij ook in u waarachtig; want de duisternis gaat voorbij, en het waarachtige licht schijnt nu.
8 On the other hand, I am writing a new commandment to you, which is true in Him and in you, because the darkness is passing away and the true Light is already shining.
11 Maar die zijn broeder haat, is in de duisternis, en wandelt in de duisternis, en weet niet, waar hij henengaat; want de duisternis heeft zijn ogen verblind.
11 But the one who hates his brother is in the darkness and walks in the darkness, and does not know where he is going because the darkness has blinded his eyes.
13 Ik schrijf u, vaders! want gij hebt Hem gekend, Die van den beginne is. Ik schrijf u, jongelingen, want gij hebt den boze overwonnen. Ik schrijf u, kinderen, want gij hebt den Vader gekend.
13 I am writing to you, fathers, because you know Him who has been from the beginning. I am writing to you, young men, because you have overcome the evil one. I have written to you, children, because you know the Father.
14 Ik heb u geschreven, vaders, want gij hebt Hem gekend, Die van den beginne is. Ik heb u geschreven, jongelingen, want gij zijt sterk, en het Woord Gods blijft in u, en gij hebt den boze overwonnen.
14 I have written to you, fathers, because you know Him who has been from the beginning. I have written to you, young men, because you are strong, and the word of God abides in you, and you have overcome the evil one.
16 Want al wat in de wereld is, namelijk de begeerlijkheid des vleses, en de begeerlijkheid der ogen, en de grootsheid des levens, is niet uit den Vader, maar is uit de wereld.
16 For all that is in the world, the lust of the flesh and the lust of the eyes and the boastful pride of life, is not from the Father, but is from the world.
18 Kinderkens, het is de laatste ure; en gelijk gij gehoord hebt, dat de antichrist komt, zo zijn ook nu vele antichristen geworden; waaruit wij kennen, dat het de laatste ure is.
18 Children, it is the last hour; and just as you heard that antichrist is coming, even now many antichrists have appeared; from this we know that it is the last hour.
19 Zij zijn uit ons uitgegaan, maar zij waren uit ons niet; want indien zij uit ons geweest waren, zo zouden zij met ons gebleven zijn; maar dit is geschied, opdat zij zouden openbaar worden, dat zij niet allen uit ons zijn.
19 They went out from us, but they were not really of us; for if they had been of us, they would have remained with us; but they went out, so that it would be shown that they all are not of us.
24 Hetgeen gijlieden dan van den beginne gehoord hebt, dat blijve in u. Indien in u blijft, wat gij van den beginne gehoord hebt, zo zult gij ook in den Zoon en in den Vader blijven.
24 As for you, let that abide in you which you heard from the beginning. If what you heard from the beginning abides in you, you also will abide in the Son and in the Father.
27 En de zalving, die gijlieden van Hem ontvangen hebt, blijft in u, en gij hebt niet van node, dat iemand u lere; maar gelijk dezelfde zalving u leert van alle dingen, zo is zij ook waarachtig, en is geen leugen; en gelijk zij u geleerd heeft, zo zult gij in Hem blijven.
27 As for you, the anointing which you received from Him abides in you, and you have no need for anyone to teach you; but as His anointing teaches you about all things, and is true and is not a lie, and just as it has taught you, you abide in Him.
28 En nu, kinderkens, blijft in Hem; opdat, wanneer Hij zal geopenbaard zijn, wij vrijmoedigheid hebben, en wij van Hem niet beschaamd gemaakt worden in Zijn toekomst.
28 Now, little children, abide in Him, so that when He appears, we may have confidence and not shrink away from Him in shame at His coming.