1 Koningen 14:31

En Rehabeam ontsliep met zijn vaderen, en werd begraven bij zijn vaderen in de stad Davids; en de naam zijner moeder was Naama, de Ammonietische; en zijn zoon Abiam regeerde in zijn plaats.

2 Kronieken 12:16

En Rehabeam ontsliep met zijn vaderen, en werd begraven in de stad Davids; en zijn zoon Abia werd koning in zijn plaats.

Mattheüs 1:7

En Salomon gewon Roboam, en Roboam gewon Abia, en Abia gewon Asa;

1 Koningen 11:43

Daarna ontsliep Salomo met zijn vaderen, en werd begraven in de stad van zijn vader David; en Rehabeam, zijn zoon, werd koning in zijn plaats.

1 Koningen 14:20-21

De dagen nu, die Jerobeam heeft geregeerd, zijn twee en twintig jaren; en hij ontsliep met zijn vaderen, en Nadab, zijn zoon, regeerde in zijn plaats.

1 Koningen 15:3

En hij wandelde in al de zonden zijns vaders, die hij voor hem gedaan had; en zijn hart was niet volkomen met den HEERE, zijn God, gelijk het hart van zijn vader David.

1 Koningen 15:24

En Asa ontsliep met zijn vaderen, en werd begraven met zijn vaderen, in de stad van zijn vader David; en zijn zoon Josafat werd koning in zijn plaats.

1 Koningen 22:50

Toen zeide Ahazia, de zoon van Achab, tot Josafat: Laat mijn knechten met uw knechten op de schepen varen; maar Josafat wilde niet.

1 Kronieken 3:10

Salomo's zoon nu was Rehabeam; zijn zoon was Abia; zijn zoon was Asa; zijn zoon was Josafat;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain