1 Koningen 5:15
Daartoe had Salomo zeventig duizend, die last droegen, en tachtig duizend houwers op het gebergte.
1 Koningen 9:20-22
Aangaande al het volk, dat overgebleven was van de Amorieten, Hethieten, Ferezieten, Hevieten, en Jebusieten, die niet waren van de kinderen Israels;
2 Kronieken 2:17-18
En Salomo telde al de vreemde mannen, die in het land van Israel waren, achtervolgens de telling, met dewelke zijn vader David die geteld had; en er werden gevonden honderd drie en vijftig duizend en zeshonderd.
2 Kronieken 8:7-9
Aangaande al het volk, dat overgebleven was van de Hethieten, en de Amorieten, en de Ferezieten, en de Hevieten, en de Jebusieten, die niet uit Israel waren;
Ezra 2:58
Al de Nethinim, en de kinderen der knechten van Salomo, waren driehonderd twee en negentig.
Nehemia 7:57
De kinderen der knechten van Salomo; de kinderen van Sotai, de kinderen van Sofereth, de kinderen van Perida;
Nehemia 7:60
Al de Nethinim, en de kinderen der knechten van Salomo, waren driehonderd twee en negentig.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd