1 Kronieken 1:36
De kinderen van Elifaz waren Theman, en Omar, Zefi, en Gaetham, Kenaz, en Timna, en Amalek.
Genesis 36:11-15
En de zonen van Elifaz waren: Teman, Omar, Zefo, en Gaetam, en Kenaz.
1 Kronieken 1:53
De vorst Kenaz, de vorst Theman, de vorst Mibzar,
Jeremia 49:7
Tegen Edom zegt de HEERE der heirscharen alzo: Is er dan geen wijsheid meer te Theman? Is de raad vergaan van de verstandigen? Is hunlieder wijsheid onnut geworden?
Jeremia 49:20
Daarom hoort des HEEREN raadslag, dien Hij over Edom heeft beraadslaagd, en Zijn gedachten, die Hij gedacht heeft over de inwoners van Theman: Zo de geringsten van de kudde hen niet zullen nedertrekken! Indien hij hunlieder woning niet boven hen zal verwoesten!
Amos 1:12
Daarom zal Ik een vuur zenden in Theman, dat zal de paleizen van Bozra verteren.
Obadja 1:9
Ook zullen uw helden, o Theman! versaagd zijn; opdat een ieder uit Ezau's gebergte door den moord worde uitgeroeid.
Habakuk 3:3
God kwam van Theman, en de Heilige van den berg Paran. Sela. Zijn heerlijkheid bedekte de hemelen, en het aardrijk was vol van Zijn lof.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd