1 Kronieken 10:3

En de strijd werd zwaar tegen Saul, en de schutters met de bogen troffen hem aan; en hij vreesde zeer voor de schutters.

Genesis 49:23-24

De schutters hebben hem wel bitterheid aangedaan, en beschoten, en hem gehaat;

1 Samuël 31:3-6

En de strijd werd zwaar tegen Saul; en de mannen, die met den boog schieten, troffen hem aan, en hij vreesde zeer voor de schutters.

2 Samuël 1:4-10

Voorts zeide David tot hem: Wat is de zaak? Verhaal het mij toch. En hij zeide, dat het volk uit den strijd gevloden was, en dat er ook velen van het volk gevallen en gestorven waren, dat ook Saul en zijn zoon Jonathan dood waren.

Amos 2:14

Zodat de snelle niet zal ontvlieden, en de sterke zijn kracht niet verkloeken, en een held zal zijn ziel niet bevrijden.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain