1 Kronieken 16:6
Maar Benaja en Jahaziel, de priesters, steeds met trompetten voor de ark des verbonds van God.
Numberi 10:8
En de zonen van Aaron, de priesters, zullen met die trompetten blazen; en zij zullen ulieden zijn tot een eeuwige inzetting bij uw geslachten.
2 Kronieken 5:12-13
En de Levieten, die zangers waren van hen allen, van Asaf, van Heman, van Jeduthun, en van hun zonen, en van hun broederen, in fijn linnen gekleed, met cimbalen, en met luiten, en harpen, stonden tegen het oosten des altaars, en met hen tot honderd en twintig priesteren toe, trompettende met trompetten.)
2 Kronieken 13:12
Daarom ziet, God is met ons aan de spitse, en Zijn priesteren met de trompetten des geklanks, om tegen u alarmgeklank te maken; o kinderen Israels, strijdt niet tegen den HEERE, den God uwer vaderen, want gij zult geen voorspoed hebben.
2 Kronieken 29:26-28
De Levieten nu stonden met de instrumenten van David, en de priesters met de trompetten.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd