1 Kronieken 19:15

Toen de kinderen Ammons zagen, dat de Syriers vloden, zo vloden zij ook voor het aangezicht van Abisai, zijn broeder, en zij kwamen in de stad; en Joab kwam te Jeruzalem.

Leviticus 26:7

En gij zult uw vijanden vervolgen; en zij zullen voor uw aangezicht door het zwaard vallen.

Romeinen 8:31

Wat zullen wij dan tot deze dingen zeggen? Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain