1 Kronieken 2:54

De kinderen van Salma waren de Bethlehemieten, en de Netofathieten, Atroth, Beth-Joab, en de helft der Manathieten, en de Zorieten.

Ezra 2:22

De mannen van Netofa, zes en vijftig.

Nehemia 7:26

De mannen van Bethlehem en Netofa, honderd acht en tachtig;

Nehemia 12:28

Alzo werden de kinderen der zangers verzameld, zo uit het vlakke veld rondom Jeruzalem, als uit de dorpen van de Netofathieten;

Jozua 16:2

En het komt van Beth-El uit naar Luz; en het gaat door tot de landpale des Archiets, tot Ataroth toe;

2 Samuël 23:29

Heleb, de zoon van Baena, de Netofathiet; Ithai, de zoon van Ribai, van Gibea der kinderen Benjamins;

1 Kronieken 11:30

Maharai, de Netofathiet; Heled, de zoon van Baana, de Netofathiet;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain