1 Kronieken 2:9
En de kinderen van Hezron, die hem geboren zijn, waren Jerahmeel, en Ram, en Chelubai.
Ruth 4:19
En Hezron gewon Ram; en Ram gewon Amminadab;
1 Kronieken 2:42
De kinderen van Kaleb nu, den broeder van Jerahmeel, zijn Mesa, zijn eerstgeborene (die is de vader van Zif), en de kinderen van Maresa, den vader van Hebron.
Mattheüs 1:3
En Juda gewon Fares en Zara bij Thamar; en Fares gewon Esrom, en Esrom gewon Aram;
1 Kronieken 2:18-19
Kaleb nu, de zoon van Hezron, gewon kinderen uit Azuba, zijn vrouw, en uit Jerioth. En de zonen van deze zijn: Jeser, en Sobab, en Ardon.
1 Kronieken 2:24
En na den dood van Hezron, in Kaleb-Efratha, heeft Abia, Hezrons huisvrouw, hem ook gebaard Aschur, de vader van Thekoa.
Lukas 3:3
En hij kwam in al het omliggende land der Jordaan, predikende den doop der bekering tot vergeving der zonden.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd