1 Kronieken 26:18

Aan Parbar tegen het westen waren er vier bij den hogen weg, twee bij Parbar.

2 Koningen 23:11

En hij schafte de paarden af, die de koningen van Juda voor de zon gesteld hadden, van den ingang van het huis des HEEREN, tot de kamer van Nathan-Melech, den hoveling, die in Parvarim was; en de wagenen der zon verbrandde hij met vuur.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain