1 Kronieken 26:27

Van de krijgen en van den buit hadden zij het geheiligd, om het huis des HEEREN te onderhouden.

Jozua 6:19

Maar al het zilver en goud, en de koperen en ijzeren vaten, zullen den HEERE heilig zijn; tot den schat des HEEREN zullen zij komen.

2 Koningen 12:14

Maar zij gaven dat aan degenen, die het werk deden; en zij verbeterden daarmede het huis des HEEREN.

Nehemia 10:32-34

Voorts zetten wij ons geboden op, ons opleggende een derde deel van een sikkel in het jaar, tot den dienst van het huis onzes Gods;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain