1 Kronieken 27:5
De derde overste des heirs in de derde maand was Benaja, de zoon van Jojada, den opperambtman; die was het hoofd; in zijn verdeling waren er ook vier en twintig duizend.
1 Koningen 4:4-5
En Benaja, de zoon van Jojada, was over het heir; en Zadok en Abjathar waren priesters.
1 Kronieken 18:17
En Benaja, de zoon van Jojada, was over de Krethi en Plethi; maar de zonen van David waren de eersten aan de hand des konings.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd