1 Kronieken 4:18
En zijn Joodse huisvrouw baarde Jered, den vader van Gedor, en Heber, den vader van Socho, en Jekuthiel, den vader van Bitja, de dochter van Farao, die Mered genomen had.
1 Kronieken 4:4
En Pnuel was de vader van Gedor, en Ezer de vader van Husah. Dit zijn de kinderen van Hur, den eerstgeborene van Efratha, den vader van Bethlehem.
Jozua 15:34-35
En Zanoah, en En-gannim, Tappuah, en Enam,
Jozua 15:48
Op het gebergte nu: Samir, en Jatthir, en Socho,
Jozua 15:58
Halhul, Beth-Zur, en Gedor,
1 Kronieken 2:42
De kinderen van Kaleb nu, den broeder van Jerahmeel, zijn Mesa, zijn eerstgeborene (die is de vader van Zif), en de kinderen van Maresa, den vader van Hebron.
1 Kronieken 4:39
En zij gingen tot aan den ingang van Gedor tot het oosten des dals, om weide te zoeken voor hun schapen.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd