1 Kronieken 4:3

En dezen zijn van den vader Etam: Jizreel, en Isma, en Idbas; en de naam hunner zuster was Hazelelponi.

Richteren 15:11

Toen kwamen drie duizend mannen af uit Juda tot het hol der rots Etam, en zeiden tot Simson: Wist gij niet, dat de Filistijnen over ons heersen? Waarom hebt gij ons dan dit gedaan? En hij zeide tot hen: Gelijk als zij mij gedaan hebben, alzo heb ik hunlieden gedaan.

2 Kronieken 11:6

Hij bouwde nu Bethlehem, en Etham, en Thekoa,

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain