1 Kronieken 4:40

En zij vonden vette en goede weide, en een land, wijd van begrip, en stil, en gerust; want die van Cham woonden daar tevoren.

Richteren 18:7-10

Toen gingen die vijf mannen heen, en kwamen te Lais; en zij zagen het volk, hetwelk in derzelver midden was, zijnde gelegen in zekerheid, naar de wijze der Sidoniers, stil en zeker zijnde; en daar was geen erfheer, die iemand om enige zaak schande aandeed in dat land; ook waren zij verre van de Sidoniers, en hadden niets te doen met enigen mens.

Genesis 9:22-29

En Cham, Kanaans vader, zag zijns vaders naaktheid, en hij gaf het zijn beiden broederen daar buiten te kennen.

Genesis 10:6

En de zonen van Cham zijn: Cusch en Mitsraim, en Put, en Kanaan.

Psalmen 78:51

En Hij sloeg al het eerstgeborene in Egypte, het beginsel der krachten in de tenten van Cham.

Psalmen 105:23

Daarna kwam Israel in Egypte, en Jakob verkeerde als vreemdeling in het land van Cham.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain