1 Kronieken 6:27

Zijn zoon Eliab; zijn zoon Jeroham; zijn zoon Elkana.

1 Samuël 1:1

Daar was een man van Ramathaim-Zofim, van het gebergte van Efraim, wiens naam was Elkana, een zoon van Jerocham, den zoon van Elihu, den zoon van Tochu, den zoon van Zuf, een Efrathiet.

1 Samuël 1:19-20

En zij stonden des morgens vroeg op, en zij aanbaden voor het aangezicht des HEEREN, en zij keerden weder, en kwamen tot hun huis te Rama. En Elkana bekende zijn huisvrouw Hanna, en de HEERE gedacht aan haar.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain