1 Petrus 1:24

Want alle vlees is als gras, en alle heerlijkheid des mensen is als een bloem van het gras. Het gras is verdord, en zijn bloem is afgevallen;

Jesaja 40:6-8

Een stem zegt: Roept! En hij zegt: Wat zal ik roepen? Alle vlees is gras, en al zijn goedertierenheid als een bloem des velds.

Jakobus 1:10-11

En de rijke in zijn vernedering; want hij zal als een bloem van het gras voorbijgaan.

2 Koningen 19:26

Daarom waren haar inwoners handeloos; zij waren verslagen en beschaamd; zij waren als het gras des velds, en de groene grasscheutjes, het hooi der daken, en het brandkoren, eer het over einde staat.

Psalmen 37:2

Want als gras zullen zij haast worden afgesneden, en als de groene grasscheutjes zullen zij afvallen.

Psalmen 90:5

Gij overstroomt hen; zij zijn gelijk een slaap; in den morgenstond zijn zij gelijk het gras, dat verandert;

Psalmen 92:7

Dat de goddelozen groeien als het kruid, en al de werkers der ongerechtigheid bloeien, opdat zij tot in der eeuwigheid verdelgd worden.

Psalmen 102:4

Mijn hart is geslagen en verdord als gras, zodat ik vergeten heb mijn brood te eten.

Psalmen 103:15

De dagen des mensen zijn als het gras, gelijk een bloem des velds, alzo bloeit hij.

Psalmen 129:6

Laat hen worden als gras op de daken, hetwelk verdort, eer men het uittrekt;

Jakobus 4:14

Gij, die niet weet, wat morgen geschieden zal, want hoedanig is uw leven? Want het is een damp, die voor een weinig tijds gezien wordt, en daarna verdwijnt.

1 Johannes 2:17

En de wereld gaat voorbij, en haar begeerlijkheid; maar die den wil van God doet, blijft in der eeuwigheid.

Treasury of Scripture Knowledge did not add

Public domain