1 Samuël 1:6

En haar tegenpartijdige tergde haar ook met terging, om haar te vergrimmen, omdat de HEERE haar baarmoeder toegesloten had.

Leviticus 18:18

Gij zult ook geen vrouw tot haar zuster nemen, om haar te benauwen, mits haar schaamte nevens haar, in haar leven, te ontdekken.

Job 6:14

Aan hem, die versmolten is, zou van zijn vriend weldadigheid geschieden; of hij zou de vreze des Almachtigen verlaten.

Job 24:21

De onvruchtbare, die niet baart, teert hij af, en aan de weduwe doet hij niets goeds.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain