1 Samuël 14:7

Toen zeide zijn wapendrager tot hem: Doe al, wat in uw hart is; wend u, zie ik ben met u, naar uw hart.

1 Samuël 10:7

En het zal geschieden, als u deze tekenen zullen komen, doe gij, wat uw hand vinden zal, want God zal met u zijn.

2 Samuël 7:3

En Nathan zeide tot den koning: Ga heen, doe al wat in uw hart is, want de HEERE is met u.

Psalmen 46:7

De HEERE der heirscharen is met ons; de God van Jakob is ons een Hoog Vertrek. Sela.

Zacharia 8:23

Alzo zegt de HEERE der heirscharen: Het zal in die dagen geschieden, dat tien mannen, uit allerlei tongen der heidenen, grijpen zullen, ja, de slip grijpen zullen van een Joodsen man, zeggende: Wij zullen met ulieden gaan, want wij hebben gehoord, dat God met ulieden is.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd