1 Samuël 19:12

En Michal liet David door een venster neder, en hij ging heen, en vluchtte, en ontkwam.

Jozua 2:15

Zij liet hen dan neder met een zeel door het venster; want haar huis was op den stadsmuur; en zij woonde op den muur.

Handelingen 9:24-25

Maar hun lage werd Saulus bekend; en zij bewaarden de poorten, beide des daags en des nachts, opdat zij hem doden mochten.

Psalmen 34:19

Resch. Vele zijn de tegenspoeden des rechtvaardigen; maar uit alle die redt hem de HEERE.

2 Corinthiër 11:32-33

De stadhouder van den koning Aretas in Damaskus, bezette de stad der Damaskenen, willende mij vangen;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd