1 Samuël 20:34

Daarom stond Jonathan van de tafel op in hittigheid des toorns; en hij at op den tweeden dag der nieuwe maan geen brood, want hij was bekommerd om David, omdat zijn vader hem gesmaad had.

Prediker 7:20

Voorwaar, er is geen mens rechtvaardig op aarde, die goed doet, en niet zondigt.

Markus 3:5

En als Hij hen met toorn rondom aangezien had, meteen bedroefd zijnde over de verharding van hun hart, zeide Hij tot den mens: Strek uw hand uit. En hij strekte ze uit; en zijn hand werd hersteld, gezond gelijk de andere.

Efeziërs 4:26

Wordt toornig, en zondigt niet; de zon ga niet onder over uw toornigheid;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain