1 Samuël 23:12
Daarna zeide David: Zouden de burgers van Kehila mij en mijn mannen overgeven in de hand van Saul? En de HEERE zeide: Zij zouden u overgeven.
1 Samuël 23:20
Nu dan, o koning, kom spoedig af naar al de begeerte uwer ziel; en het komt ons toe hem over te geven in de hand des konings.
1 Samuël 23:7
Als aan Saul te kennen gegeven werd, dat David te Kehila gekomen was, zo zeide Saul: God heeft hem in mijn hand overgegeven, want hij is besloten, komende in een stad met poorten en grendelen.
Psalmen 31:8
En mij niet hebt overgeleverd in de hand des vijands; Gij hebt mijn voeten doen staan in de ruimte.
Psalmen 62:1
Een psalm van David, voor den opperzangmeester, over Jeduthun. (1a) Immers is mijn ziel stil tot God; van Hem is mijn heil.
Psalmen 118:8
Het is beter tot den HEERE toevlucht te nemen, dan op den mens te vertrouwen.
Prediker 9:14-15
Er was een kleine stad, en weinig lieden waren daarin; en een groot koning kwam tegen haar, en hij omsingelde ze, en hij bouwde grote vastigheden tegen haar.
Jesaja 29:15
Wee dengenen, die zich diep versteken willen voor den HEERE, hun raad verbergende; en welker werken in duisterheid geschieden, en zij zeggen: Wie ziet ons, en wie kent ons?
Hebreeën 4:13
En er is geen schepsel onzichtbaar voor Hem; maar alle dingen zijn naakt en geopend voor de ogen Desgenen, met Welken wij te doen hebben.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd