1 Samuël 26:13

Toen David over aan gene zijde gekomen was, zo stond hij op de hoogte des bergs van verre, dat er een grote plaats tussen hen was.

Richteren 9:7

Als zij dit Jotham aanzeiden, zo ging hij heen, en stond op de hoogte des bergs Gerizim, en verhief zijn stem, en riep, en hij zeide tot hen: Hoort naar mij, gij, burgers van Sichem! en God zal naar ulieden horen.

1 Samuël 24:8

Daarna maakte zich David ook op, en ging uit de spelonk, en hij riep Saul achterna, zeggende: Mijn heer koning! Toen zag Saul achter zich om, en David boog zich met het aangezicht ter aarde en neigde zich.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain