1 Samuël 7:16

En hij toog van jaar tot jaar, en ging rondom naar Beth-El, en Gilgal, en Mizpa; en hij richtte Israel in al die plaatsen.

Richteren 5:10

Gij, die op witte ezelinnen rijdt, gij, die aan het gerichte zit, en gij, die over weg wandelt, spreekt er van!

Richteren 10:4

En hij had dertig zonen, rijdende op dertig ezelveulens, en die hadden dertig steden, die zij noemden Havvoth-Jair, tot op dezen dag, dewelke in het land van Gilead zijn.

Richteren 12:14

En hij had veertig zonen, en dertig zoons zonen, rijdende op zeventig ezelveulens; en hij richtte Israel acht jaren.

Psalmen 75:2

Als ik het bestemde ambt zal ontvangen hebben, zo zal ik gans recht richten.

Psalmen 82:3-4

Doet recht den arme en den wees; rechtvaardigt den verdrukte en den arme.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain