1 Samuël 8:18

Gij zult wel te dien dage roepen, vanwege uw koning, dien gij u zult verkoren hebben, maar de HEERE zal u te dien dage niet verhoren.

Jesaja 1:15

En als gijlieden uw handen uitbreidt, verberg Ik Mijn ogen voor u; ook wanneer gij het gebed vermenigvuldigt, hoor Ik niet; want uw handen zijn vol bloed.

Micha 3:4

Alsdan zullen zij roepen tot den HEERE, doch Hij zal hen niet verhoren; maar zal Zijn aangezicht te dier tijd voor hen verbergen, gelijk als zij hun handelingen kwaad gemaakt hebben.

Spreuken 1:25-28

En gij al Mijn raad verworpen, en Mijn bestraffing niet gewild hebt;

Jesaja 8:21

En een ieder van hen zal daar doorgaan, hard gedrukt en hongerig; en het zal geschieden, wanneer hem hongert, en hij zeer toornig zal zijn, dan zal hij vloeken op zijn koning en op zijn God, als hij opwaarts zal zien;

Job 27:9

Zal God zijn geroep horen, als benauwdheid over hem komt?

Psalmen 18:41

Zij riepen, maar er was geen verlosser; tot den HEERE, maar Hij antwoordde hun niet.

Spreuken 21:13

Die zijn oor stopt voor het geschrei des armen, die zal ook roepen, en niet verhoord worden.

Lukas 13:25

Namelijk nadat de Heer des huizes zal opgestaan zijn, en de deur zal gesloten hebben, en gij zult beginnen buiten te staan, en aan de deur te kloppen, zeggende: Heere, Heere, doe ons open! en Hij zal antwoorden en tot u zeggen: Ik ken u niet, van waar gij zijt.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain