2 Corinthiër 1:13

Want wij schrijven u geen andere dingen, dan die gij kent, of ook erkent; en ik hoop, dat gij ze ook tot het einde toe erkennen zult;

2 Corinthiër 4:2

Maar wij hebben verworpen de bedekselen der schande, niet wandelende in arglistigheid, noch het Woord Gods vervalsende, maar door openbaring der waarheid onszelven aangenaam makende bij alle gewetens der mensen, in de tegenwoordigheid Gods.

2 Corinthiër 5:11

Wij dan, wetende den schrik des Heeren, bewegen de mensen tot het geloof, en zijn Gode openbaar geworden; doch ik hoop ook in uw gewetens geopenbaard te zijn.

2 Corinthiër 13:6

Doch ik hoop, dat gij zult verstaan, dat wij niet verwerpelijk zijn.

Treasury of Scripture Knowledge did not add

Public domain