2 Corinthiër 1:2

Genade zij u en vrede van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus.

Romeinen 1:7

Allen, die te Rome zijt, geliefden Gods, en geroepen heiligen, genade zij u, en vrede van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus.

1 Kronieken 12:18

En de Geest toog Amasai aan, den overste der hoofdlieden, en hij zeide: Wij zijn uw, o David, en met u zijn wij, gij, zoon van Isai. Vrede, vrede zij u, en vrede uw helperen; want uw God helpt u. Toen nam David hen aan, en stelde hen tot hoofden der benden.

2 Samuël 15:20

Gisteren zijt gij gekomen, en heden zou ik u met ons omvoeren om te gaan? Zo ik toch gaan moet, waarheen ik gaan kan, keer weder; en breng uw broederen wederom; weldadigheid en trouw zij met u.

1 Corinthiërs 1:3

Genade zij u en vrede van God onzen Vader, en den Heere Jezus Christus.

Galaten 6:16

En zovelen als er naar dezen regel zullen wandelen, over dezelve zal zijn vrede en barmhartigheid, en over het Israel Gods.

Efeziërs 6:23

Vrede zij den broederen, en liefde met geloof, van God den Vader, en den Heere Jezus Christus.

Filippenzen 1:2

Genade zij u en vrede van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus.

Colossenzen 1:2

Den heiligen en gelovige broederen in Christus, die te Kolosse zijn: genade zij u en vrede van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus.

1 Thessalonicenzen 1:1

Paulus, en Silvanus, en Timotheus, aan de Gemeente der Thessalonicensen, welke is in God den Vader, en den Heere Jezus Christus: genade zij u en vrede van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus.

2 Thessalonicenzen 1:2

Genade zij u, en vrede, van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus.

Daniël 4:1

De koning Nebukadnezar aan alle volken, natien en tongen, die op den gansen aardbodem wonen: uw vrede worde vermenigvuldigd!

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd