2 Corinthiër 1:24

Niet dat wij heerschappij voeren over uw geloof, maar wij zijn medewerkers uwer blijdschap; want gij staat door het geloof.

Romeinen 11:20

Het is wel; zij zijn door ongeloof afgebroken, en gij staat door het geloof. Zijt niet hooggevoelende, maar vrees.

1 Corinthiërs 15:1

Voorts, broeders, ik maak u bekend het Evangelie, dat ik u verkondigd heb, hetwelk gij ook aangenomen hebt, in hetwelk gij ook staat;

1 Petrus 5:3

Noch als heerschappij voerende over het erfdeel des Heeren maar als voorbeelden der kudde geworden zijnde.

Mattheüs 23:8-10

Doch gij zult niet Rabbi genaamd worden; want Een is uw Meester, namelijk Christus; en gij zijt allen broeders.

Mattheüs 24:49

En zou beginnen zijn mededienstknechten te slaan, en te eten en te drinken met de dronkaards;

Romeinen 1:12

Dat is, om mede vertroost te worden onder u, door het onderlinge geloof, zo het uwe als het mijne.

Romeinen 5:2

Door Welken wij ook de toeleiding hebben door het geloof tot deze genade, in welke wij staan, en roemen in de hoop der heerlijkheid Gods.

1 Corinthiërs 3:5

Wie is dan Paulus, en wie is Apollos, anders dan dienaars, door welken gij geloofd hebt, en dat, gelijk de Heere aan een iegelijk gegeven heeft?

2 Corinthiër 2:1-3

Maar ik heb dit bij mijzelven voorgenomen, dat ik niet wederom in droefheid tot u komen zou.

2 Corinthiër 4:5

Want wij prediken niet onszelven, maar Christus Jezus, den Heere; en onszelven, dat wij uw dienaars zijn om Jezus' wil.

2 Corinthiër 5:7

(Want wij wandelen door geloof en niet door aanschouwen.)

Efeziërs 6:14-16

Staat dan, uw lenden omgord hebbende met de waarheid, en aangedaan hebbende het borstwapen der gerechtigheid;

Filippenzen 1:25-26

En dit vertrouw en weet ik, dat ik zal blijven, en met u allen zal verblijven tot uw bevordering en blijdschap des geloofs;

2 Timotheüs 2:24-26

En een dienstknecht des Heeren moet niet twisten, maar vriendelijk zijn jegens allen, bekwaam om te leren, en die de kwaden kan verdragen;

1 Petrus 5:8-9

Zijt nuchteren, en waakt; want uw tegenpartij, de duivel, gaat om als een briesende leeuw, zoekende, wien hij zou mogen verslinden;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd