2 Corinthiër 4:13
Dewijl wij nu denzelfden Geest des geloofs hebben, gelijk er geschreven is: Ik heb geloofd, daarom heb ik gesproken; zo geloven wij ook, daarom spreken wij ook;
Psalmen 116:10
Ik heb geloofd, daarom sprak ik; ik ben zeer bedrukt geweest.
1 Corinthiërs 12:9
En een ander het geloof, door denzelfden Geest; en een ander de gaven der gezondmakingen, door denzelfden Geest.
2 Petrus 1:1
Simeon Petrus, een dienstknecht en apostel van Jezus Christus, aan degenen, die even dierbaar geloof met ons verkregen hebben, door de rechtvaardigheid van onzen God en Zaligmaker, Jezus Christus;
Spreuken 21:28
Een leugenachtig getuige zal vergaan; en een man, die hoort, zal spreken tot overwinning.
Handelingen 15:11
Maar wij geloven, door de genade van den Heere Jezus Christus, zalig te worden, op zulke wijze als ook zij.
Romeinen 1:12
Dat is, om mede vertroost te worden onder u, door het onderlinge geloof, zo het uwe als het mijne.
2 Corinthiër 3:12
Dewijl wij dan zodanige hoop hebben, zo gebruiken wij vele vrijmoedigheid in het spreken;
Hebreeën 11:1-40
Het geloof nu is een vaste grond der dingen, die men hoopt, en een bewijs der zaken, die men niet ziet.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd