2 Koningen 10:26
En zij brachten de opgerichte beelden uit het huis van Baal, en verbrandden ze.
1 Koningen 14:23
Want ook zij bouwden zich hoogten, en opgerichte beelden, en bossen, op allen hogen heuvel, en onder allen groenen boom.
2 Samuël 5:21
En zij lieten hun afgoden aldaar; en David en zijn mannen namen ze op.
2 Koningen 3:2
En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN, doch niet gelijk zijn vader en gelijk zijn moeder; want hij deed dag opgerichte beeld van Baal weg, hetwelk zijn vader gemaakt had.
2 Koningen 19:18
En hebben hun goden in het vuur geworpen; want zij waren geen goden, maar het werk van mensenhanden, hout en steen; daarom hebben zij die verdorven.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd