2 Koningen 13:22

Hazael nu, de koning van Syrie, verdrukte Israel, al de dagen van Joahaz.

2 Koningen 8:12

Toen zeide Hazael: Waarom weent mijn heer? En hij zeide: omdat ik weet, wat kwaad gij den kinderen Israels doen zult; gij zult hun sterkten in het vuur zetten, en hun jonge manschap met het zwaard doden, en hun jonge kinderen verpletteren, en hun zwangere vrouwen opensnijden.

2 Koningen 13:3-7

Daarom ontstak des HEEREN toorn tegen Israel; en Hij gaf hen in de hand van Hazael, den koning van Syrie, en in de hand van Benhadad, den zoon van Hazael, al die dagen.

Psalmen 106:40-42

Dies is de toorn des HEEREN ontstoken tegen Zijn volk, en Hij heeft een gruwel gehad aan Zijn erfdeel.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain