2 Koningen 18:33

Hebben de goden der volken, ieder zijn land, enigszins gered uit de hand van den koning van Assyrie?

Jesaja 10:10-11

Gelijk als mijn hand gevonden heeft de koninkrijken der afgoden, ofschoon hun gesneden beelden beter zijn, dan die van Jeruzalem, en dan die van Samaria;

2 Koningen 19:12-13

Hebben de goden der volken, die mijn vaders verdorven hebben, dezelve gered, als Gozan, en Haran, en Rezef, en de kinderen van Eden, die in Telasser waren?

2 Koningen 19:17-18

Waarlijk, HEERE, hebben de koningen van Assyrie die heidenen en hun land verwoest;

2 Kronieken 32:14-17

Wie is er onder alle goden derzelver natien, dewelke mijn vaders verbannen hebben, die zijn volk heeft kunnen redden uit mijn hand, dat uw God u uit mijn hand zou kunnen redden?

2 Kronieken 32:19

En zij spraken van den God van Jeruzalem, als van de goden der volkeren der aarde, een werk van mensenhanden.

Jesaja 36:18-20

Dat Hizkia ulieden niet verleide, zeggende: De HEERE zal ons redden; hebben de goden der volken, een ieder zijn land, gered uit de hand des konings van Assyrie?

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain